 |
Béla Bartók, Nagyszentmiklós, Hongarije 25 maart 1881 New York 26 september 1945 Het dorp waar Béla Bartók geboren werd, ligt vandaag op Roemeens grondgebied. Zijn vader was er schooldirecteur, en een groot liefhebber-musicus. Hij stierf echter reeds toen Béla amper acht was. Zijn moeder, Paula Voit, was eveneens onderwijzeres en zijn eerste pianolerares. Hij verhuisde naar Pressburg. Daar kreeg hij piano- en harmonieles bij Laszlo Erkel. Intussen had Bartók reeds in 1891 zijn eerste openbaar optreden als pianist-componist gevierd. Na de middelbare studies is hij ingeschreven in de Koninklijke Hongaarse Muziekacademie te Boedapest, en krijgt er pianoles van István Thomán en compositie J.oessler. Omstreeks 1925 wordt zijn stijl eerder neo-classicistisch. In 1940 vestigt hij zich definitief in Amerika, waar de universiteit van Columbia hem het eredoctoraat in de muziek verleent. Ofschoon Bartók zich in de VS nooit heeft thuisgevoeld, werd hij er niet aan zijn lot overgelaten: de auteursvereniging 'Ascap' steunde hem financieel en Serge Koussevitzky bestelde het "Concerto voor orkest". Hij bezweek in New York op 26 september 1945 aan leukemie
|
 |
Leonard Bernstein Lawrence USA 25 augustus 1918 - New York 14 oktober 1990 Leonard studeerde in Harvard bij Walter Piston en werd bekend als componist en als dirigent. Hoewel hij beschouwd wordt als een van de beste Amerikaanse dirigenten, hield hij zich liever bezig met het componeren. Door zijn voorkeur voor de jazz en populaire muziek werd hij echter door velen nooit als serieus componist beschouwd. Zijn werk is onder te verdelen in serieuze muziek enerzijdes, en lichtere muziek anderzijds zoals de populaire musical 'West Side Story', jet ballet 'Fancy free' en 'Wonderful Town'. Het is zijn lichtere muziek dat hem bekend maakte, want de vaak herschreven opera 'Candide', zijn koormuziek zoals de Chichester Psalms en de overigens zeer mooie liederen missen een zekere diepgang. In zijn volledig oeuvre is de invloed van de Amerikaanse jazzmuziek sterk voelbaar. Bernstein was niet alleen componist en dirigent, maar ook pianist, leraar en auteur. Hij stierf op 72-jarige leeftijd.
|
 |
Benjamin Britten, Lowestoft, Great Britain, 22 november 1913 - Aldeburgh 4 december 1976 Benjamin Britten is de hedendaagse componist die zichzelf als het ware naast de geschiedenis geplaatst heeft, door uitsluitend met traditionele middelen amusante, ontroerende, indringende en affectvolle muziek te schrijven. Juist hierop steunt waarschijnlijk zijn enorm succes als componist, omdat hij voorbijgaat aan de verworvenheden van de avant-garde (die hij wel kent!), Hij kon veel bagage verwerven bij Frank Bridge, John Ireland en Arthur Benjamin. Van geen enkel genre heeft hij een afkeer, en zo is het te verklaren dat de lijst van zijn werken, net als hun kwaliteit overigens, zo uiteenlopend van aard is: opera's Peter Grimes is de bekendste, en met The Turn of the Screw toonde hij zich de meester van het 20ste-eeuwse buffo-genre), vocale muziek (pianoliederen, orkestliederen, orkest met vocale soli, koorwerken), orkestmuziek Simple Symphony, "Variations on a theme of Frank Bridge"), filmmuziek, "A Young Person's Guide to the orchestra (Variations and Fugue on a Theme of Henry Purcell"), schoolmuziek Let's make an Opera, religieuze muziek Noye's Fludde", "War Requiem", kamermuziek enz.
|
 |
Claude Debussy, St.-Germain-en-Laye, 22 augustus 1862 - Parijs, 25 maart 1918 Debussy kwam uit een eenvoudige familie, waar muziek niet systematisch aan bod kwam (zijn vader interesseerde zich hoogstens voor opera). Claude werd op zijn negende jaar ontdekt door de vermogende, muzikaal geïnteresseerde en begaafde Madame Manté. Zij stoomt de knaap in twee jaar tijds klaar voor het toelatingsexamen aan het Parijse Conservatorium. Hij slaagt en komt terecht onder de hoede van Lavignac voor theorie en Marmontel voor piano. Later volgt hij nog harmonie bij Emile Durand. Debussy was bepaald geen diplomajager: afgezien van de Prix de Rome die hij in 1884 behaalde met zijn cantate L'Enfant Prodigue was de hoogste onderscheiding die hij ooit haalde een eerste prijs in pianobegeleiding aan het Conservatorium. Vanaf 1908 dirigeert hij overal in Europa zijn eigen werk. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog brengt hem erg van streek, maar ondanks een hersenaandoening dwingt hij zichzelf te componeren. Tijdens het laatste Duitse offensief bij de verovering van Parijs is hij te fel verzwakt om de schuilkelders te verlaten.
|
 |
George Gershwin, Brooklyn, 26 september 1898 - Hollywood 11 juli 1937 Georges Gershwin werd geboren uit Joods-Russische ouders. Zij hadden een piano gekocht en hij leerde zelf de grondslagen van de harmonie kennen en componeerde een aantal liedjes. Later ging hij piano studeren, en werd in een muziekhandel aangenomen om de klanten demonstraties geven.Zijn eerste liedje publiceerde hij op zijn 18de en werd al snel bekend omdat hij regelmatig artikels schreef voor populaire weekbladen. Toen hij 21 was, ging zijn eerste musical, La-La Lucille, in première met succes. Ook het liedje Swanee dat hij in dezelfde periode componeerde, oogstte veel succes:er werden paar miljoen exemplaren verkocht. Maar zijn belangrijkste werken werden niet naar juiste waarde geapprecieerd. Het publiek had geen hoge dunk van zijn populaire melodieën. Een uitzondering is wel Rhapsody in Blue 1924, dat later nog verschillende keren werd georkestreerd door anderen, hoewel het werk aanvankelijk op heel veel kritiek stootte. Hij heeft verschillende klassiekers op zijn naam staan. Het nu alom bekende Porgy and Bess werd voor het eerst opgevoerd in 1935 voor een absoluut onverschillig publiek.Tijdens het laatste jaar van zijn leven verbleef Gershwin in Hollywood om zich toe te wijden aan de filmmuziek. |
 |
Carl Orff, München 10 juli 1895 - München 29 maart 1982 Carl leerde al op jongen leeftijd piano, orgel en cello spelen, en begon ook te componeren. Op het conservatorium van München studeerde hij in 1914 af. Om zijn brood te verdienen componeerde vooral theatermuziek, en gaf daarnaast ook nog les. Orff was medestichter van de Günther Schule, een school voor gymnastiek, muziek en dans. In 1930 begon hij aan zijn boek 'Schulwerk' waarin hij een beeld schept van zijn ideeën omtrent de muzikale opvoeding. Daarin speelt het ritme een vooraanstaande rol. Van 1930 tot 1933 is hij dirigent van het Bach-genootschap in München. Als componist onderging hij grote invloeden van Claude Debussy en Richard Strauss. Zijn eerste composities waren in feite niets anders dan vrije transcripties van ClaudioMonteverdi, en eerste 'eigen' werk kwam er pas met Carmina burana in tweede helft van de jaren '30, een cantate gebaseerd op dertiende-eeuwse Latijnse en Duitse teksten. Dit werk wordt gekenmerkt door een zeer aparte stijl. Het is uiterst eenvoudig van structuur en melodieën, dynamisch en indrukwekkend. Carmina burana vormt samen met Catulli carmina 1943 en Trionfo di Afrodite 1953 de drieluik Trionfi.
|
 |
Francis Jean Marcel Poulenc, Parijs 7 januari 1899 - Parijs 30 januari 1963 Poulencs vader was directeur van de "Produits Chimiques Poulenc". Francis volgde als vijftienjarige lievelingsleerling pianolessen bij Ricardo Viñes, en werd op zijn twintigste, zij het tot zijn eigen verbazing, opgenomen in de "Groupe des Six". Hierin hadden zich componisten verzameld die geen muzikale eenheid zochten, maar elkaars werk stimuleerden en hielpen verspreiden. De andere leden van de groep waren Durey, Auric, Honegger, Tailleferre en Milhaud. De enige vorm van componistenopleiding die hij ontving, bestond uit enkele waardevolle raadgevingen van Charles Koechlin. Verder kan men hem beschouwen als een volkomen autodidact Van Poulenc zijn minder werken bekend dan bijvoorbeeld van Darius Milhaud, maar ze munten uit door een zeldzame verfijning.
|
 |
Maurice Ravel, Ciboure Frankrijk 7 maart 1875 - Parijs 28 december 1937 Met een vader van Zwitserse afkomst en een Baskische moeder is Maurice Ravel toch van kindsaf in Parijs opgevoed. Na de verhuizing volgt hij in het Parijse Conservatorium pianoles bij Anthiome en de Bériot, harmonie bij Pessard, contrapunt bij Gédalge en compositie bijFauré. Ook met Satie en Chabrier heeft hij veel contact, en zijn interesse gaat vooral uit naar de werken van Schumann en Liszt. Verscheidene malen dingt hij naar een "Premier Prix de Rome" maar verder dan een tweede prijs geraakt hij niet. Intussen was zijn faam als componist echter al gevestigd met werken als het Menuet antique, Habanera en Pavane pour une infante défunte. Boléro is een ballet, in 1928 gecomponeerd door Maurice Ravel voor danseres Ida Rubinstein.Ravel noemde het stuk muzikaal inhoudloos, maar toch staat het stuk bekend als één van zijn meesterwerken.
|
 |
Igor Stravinsky, Oranienbaum Rusland 17 juni 1882 - New York 6april 1971 Stravinsky's vader was baszanger aan de keizerlijke opera in St. Petersburg. Igor speelde op zijn negende reeds klavierreducties van de klassiekers. Als student maakt hij kennis met Rimski-Korsakov, die hem als leerling aanneemt. In 1905 voltooit hij zijn juristenstudies en in 1906 trouwt hij. Zeer belangrijk voor Stravinsky's componistenloopbaan was de ontmoeting met Diaghilev, die in Parijs aan het hoofd van de "Ballets russes" stond. Deze Russische choreograaf was de besteller van de meeste grote balletten waarmee Stravinsky definitief doorbrak. Omwille van de samenwerking vertoefde hij zeer vaak in Parijs, o.m. bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij vestigt zich dan in Zwitserland. Na de oorlog blijft hij voorgoed in Parijs en laat zich tot Fransman naturaliseren. In 1940, bij het uitbreken van de volgende Wereldoorlog, wijkt hij uit naar de Verenigde Staten en vijf jaar later verkrijgt hij zijn derde staatsburgerschap. De Stravinsky's woonden op een buitenverblijf in Beverly Hills. Hij wordt volgens zijn eigen wens begraven op het Grieks-orthodoxe kerkhof te Venetië. |
 |
Kurt Weill, Dessau Duitsland 2 maart 1900 - New York 3 april 1950 Kurt Weill werd als derde van vier kinderen geboren in een religieuze joodse familie. Zijn vader was daar voorzanger in de plaatselijke synagoge. Op twaalfjarige leeftijd gaf hij in het stadhuis van Dessau al zijn eerste concert met zelfgemaakte composities. In 1918 ging hij studeren aan de Hochschule für Musik in Berlijn, waar hij les kreeg van o.a.de componist Engelbert Humperdinck. In het begin van de jaren twintig schreef hij o.a. zijn eerste symfonie, de pantomime Zaubernacht en de liedercycli Frauentanz en Stundenbuch. Maar zijn eerste bekende werk was het Vioolconcert opus 12 uit 1924. Zijn interesse in het moderne muziektheater bracht hem samen met de dramaturg Georg Kaiser. Daar leerde hij de actrice Lotte Lenya kennen. Met haar zou hij twee maal in het huwelijk treden, voor het eerst in 1926 en, na hun scheiding in 1933, nogmaals in 1937. In 1926 beleefde ook Weills eerste opera Der Protagonist zijn première. Op zijn zoektocht naar een libretto kwam hij in aanraking met Bertolt Brecht. Een gevolg van hun samenwerking was Das kleine Mahagonny, waarin Lotte Lenya zong. Dit zangspel zou in1930 als basis dienen voor de grotere opera Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny.Voor de opening van het Theater am Schiffbauerdamm in Berlijn in 1926 werd Weill door Brecht gevraagd om muziek te componeren bij zijn Dreigroschenoper. De combinatie Brecht-Weill werd hiermee in een klap wereldberoemd. Na de machtsovername in 1933 vertrok Weill met Lotte Lenya direct naar Parijs
|